Hierbij onze analyses van de kindertekeningen:
Leonie:
De verhoudingen van alle 3 de tekeningen kloppen. Hier is ook goede aandacht aan besteed. De leerlingen hadden zelf een foto van eens zonsondergang meegenomen van thuis, de weerkaatsing in het water moesten ze zelf maken. De fijne motoriek is hier ook mee beoefend, dit komt duidelijk naar voren door de zon in tekening 2. De kleuren zijn realistisch, al zijn sommige wat donker.
Ilse:
In deze 3 tekeningen zie ik 3 verschillende niveaus terugkomen.
In de eerste tekening zie je nog een heel krassend niveau. Je ziet hier erg grote vlakken, met weinig verschillende kleuren en veel strepen. Ook het mensje is erg simpel gemaakt, het is doorzichtig, zonder haar en zonder neus. Ook de verhoudingen in de tekeningen zijn nog niet goed. Deze tekening lijkt nog erg op het krabbelstadium, maar er zijn al wel wat stereotypes in terug te vinden.
De tweede tekening is al van wat hoger niveau, je ziet veel stereotypen. Dit zie je bij de woken en de lucht. De poppetjes zijn ook nog erg simpel, zonder handen. De vlag is wel al in goede verhoudingen. Deze jongen zit al meer in het schematische stadium, maar met al een paar onderdelen naar het realistische stadium.
De laatste tekening is van nog hoger niveau. Je ziet nog wel een aantal stereotypes terug in de tekening, bijvoorbeeld het gras, de bloemen. De tekening is al wel meer in verhouding, de vlag is hoger dan het paard, de bloemen zijn nog kleiner en sint en piet zitten er tussen. De poppetjes krijgen ook al wat meer realistische vormen, dit zie je terug in de kleren van sinterklaas en zwarte piet.
Nicole:
De tekeningen zijn gemaakt in groep 5. De eerste tekening is erg goed gemaakt. Hier heeft het kind al erg goed nagedacht over de handen en gedacht over de plaats van de armen. Dit is ook bij afbeelding vier een klein beetje te zien. De andere twee tekeningen zijn van iets mindere kwaliteit.
Wel kun je uit alle tekeningen opmaken dat ze veel fantasie hebben. Zo heeft de jongen van de tweede tekening een oceaan gemaakt met allemaal verschillende dieren. Ook de jongen van tekening drie heeft dieren getekend. Daarom heb ik bedacht om in plaats van mensen, dieren te gaan bekijken en deze ook te gaan tekenen met de leerlingen. Dit heb ik gekozen omdat het meer speelt bij deze leerlingen.
Daniëla:
Deze tekeningen zijn gemaakt door groep 6. De opdracht was om een zelfportret te maken. Het niveau per tekening loopt op.
Hij bevindt zich in het schematische stadium. Het hoofd en de buik zijn twee rondjes, de armen zijn stokjes en steken uit de buik. De omgeving van het poppetje is ook redelijk simpel en abstract.
Deze tekening is als iets meer gedetaileerd. Dit kind gaat al meer richting het realistische stadium. Je ziet wel dat de verhoudingen nog niet helemaal kloppen. De nek is bijvoorbeeld te breed en te lang ten opzichte van de rest. Het kleurgebruik is al realistischer dan bij de vorige tekening.
Dit kind is ook 9 jaar. Deze tekening heeft nog wat betere
verhoudingen. De onderdelen van het lichaam zijn realistischer getekent en aan de vlam en gezichtsuitdrukking is af te leiden dat de tekenaar een emotie wilde uitdrukken met deze figuur. Het kind bevindt zich dus nog iets verder in het realistische stadium.
De opdracht was om te tekenen wat Sinterklaas zag als hij door het raam keek van de boot. Ik heb deze 3 tekeningen genomen omdat je goed het verschil kan zien in grondlijn. Tekening 1 zit in fase 2, alles zweeft door de lucht. Tekening 2 zit in fase 3, Sinterklaas is getekend op de onderkant van het papier. Tekening 3 zit in fase 4, er is een zelf gemaakte grondlijn.